De markten bereiden zich maar beter voor op stagflatie. De komende weken zullen daar hoogstwaarschijnlijk meer duidelijkheid over bieden.

 

Op basis van alle parameters is de inflatie aan het opwarmen. Maar het is niet duidelijk of hetzelfde kan worden gezegd over de economische activiteit. Die zou volgens de waarnemers erg goed gaan, maar de meningen daarover lopen uiteen.

 

De inputkosten zijn volgens verschillende producenten gestegen in de afgelopen zes tot acht maanden. En het zijn niet alleen de grote bedrijven die deze kosten aan den lijve ondervinden.

 

Een op de vier kleine bedrijven zegt immers dat zij de prijzen willen optrekken. Dat is het hoogste peil in tien jaar tijd. De hardnekkige inflatie begint nu eindelijk door te sijpelen naar de consumenten.

 

David Rosenberg, de hoofdeconoom van de vermogensbeheerder Gluskin Sheff, heeft onlangs gezegd dat “beleggers beter een gebedje kunnen opzeggen voor Jay Powell.”

 

Rosenberg denkt zelfs dat het best mogelijk is (1 kans op 2) dat de kerninflatie in de VS tegen het einde van het jaar uitkomt op 3%. Dat is een behoorlijk fors cijfer.

 

Het is dus best mogelijk dat we in de VS opnieuw naar een periode van stagflatie gaan.

 

Met andere woorden, toenemende inflatie en stagnerende economische groei. Dat doet vermoeden dat we opnieuw in een scenario zoals in de jaren 70 gaan terechtkomen. Dat vermoedt niet het beste.

 

Het is wel goed nieuws voor goudbeleggers. In de jaren zeventig konden zij hun vermogen bijzonder goed beschermen. Het ziet er naar uit dat we een dergelijke set-up gaan krijgen.

 

Goud doet zijn uiterste best om uit te breken maar wordt neergeslagen op cruciale momenten.

 

Eigenlijk is dat goed, want op die manier wordt de ballon nog verder onder water geduwd.

 

En we weten allemaal wat er gebeurt wanneer de ballon terug boven komt…