Dergelijke periodes hebben we in het verleden al vaker gezien.

Zo zorgde een volatiele periode in de late jaren 70 voor heel wat conflicten. Zo zagen we in 1978 de Iraanse Revolutie. In 1979 zorgde de invasie van de Sovjetunie van Afghanistan en de Iraans-Irakese oorlog voor heel wat spanningen.

In deze periode steeg goud met 23% in 1977 en daarna met 37% in 1978. De echte stijging van de goudprijs kwam er echter pas later, aan het eind van de jaren 70. Toen ging de goudprijs met maar liefst 123% de hoogte in.

Als we dan vooruitgaan naar de jaren 90, zien we opnieuw heel wat spanningen. Irak valt Koeweit binnen, de Golfoorlog begint en goud stijgt fors. Ook na de terreuraanslagen van 11 september 2001 was er opnieuw heel wat interesse in goud.

De geschiedenis toont aan dat de perceptie van oorlog even veel invloed heeft op de goudprijs als oorlogen zelf.

Dit heeft te maken met het feit dat mensen goud gaan bekijken als een mogelijke indekking tegen oorlog. Toen in 2007 de geruchten van oorlog tussen de VS en Iran steeds sterke werden, steeg de goudprijs tot het hoogste niveau in 27 jaar tijd.

Goud is ook een actief dat je gemakkelijk kan verbergen in periodes waarin de spanningen hoogtij vieren.

Een kilo goud is bijzonder klein als je het vasthoudt, en het vertegenwoordigt een waarde van meer dan 30.000 EUR. Dat is een voordeel dat zilver niet heeft, omdat het veel minder waard is.

Het voordeel van zilver is dan uiteraard weer dat het ten opzichte van goud zelden zo goedkoop is geweest in de geschiedenis.

Dat zal er waarschijnlijk voor zorgen dat mensen zich op zilver zullen richten wanneer de goudprijs zo hoog wordt dat hij onbetaalbaar wordt. En dat is zeker een realistisch scenario.